Aanwijzing
pagina 11 t/m 14
‘Tip aan lezer: niet aan 1 stuk door lezen, maar een enkel hoofdstuk p/keer’
Wekenlang lag dat briefje naast mijn toetsenbord, met de op- en aanmerkingen van iemand die dit boek al gelezen had voordat het bestond. Althans, een proefeditie ervan. Het zinnetje stond onderaan het bovenste blaadje. Als een conclusie, een slotsom. Waar sommige schrijvers hun boeken beginnen met een dankwoord, vang ik maar aan met het overnemen van de aangereikte raad. Dat kun je een eerbetoon noemen. Of plagiaat.
Het lijkt mij voor de lezer inderdaad het prettigst om dit
boek niet in één en dezelfde adem uit te lezen. Volstaan met eenmaal daags zou
ook kunnen, want de stukjes hebben iets weg van columns die je leest in een
krant en meditaties in een dagboekje. Ze zitten er een beetje tussenin: tussen
wereld en kerk, tussen wal en schip. Soms zijn ze heel serieus bedoeld en soms
veel minder. En die aanwijzing is eigenlijk nog wezenlijker dan dat je deze pil
niet in één keer naar binnen moet werken.
Oordeel zelf hoeveel stukjes u per dag mag hebben. Raadpleeg
uw dokter bij twijfel. Of liever nog uw dominee, want er staan ook wel zaken in
die je van hem of haar niet zult horen.
‘Dat wordt dus geen theologisch boek’, zei diezelfde vriend die de proef-editie las nadat ik hem had uitgelegd wat mijn plannen met Zoekt & Gijzelt waren. En dat had hij goed begrepen. Ik ben geen theoloog, maar hogeschooldocent Informatica. Ik heb Technische Natuurkunde gestudeerd en ben programmeur geweest. Hard en exact. Maar ik kom ook al jaren wekelijks in de kerk en heb affiniteit met taal. Ik schrijf graag en kennelijk goed genoeg om ooit gevraagd te zijn als wijkredacteur voor het Protestants Kerkblad Delft. Vanuit diezelfde liefde voor taal buig ik mij bij vlagen tenenkrommend over afstudeerverslagen. Want neemt u van mij aan: niet elke Informaticastudent van begin twintig heeft veel op met Nederlands. Met Bijbelteksten ook niet trouwens.
Zoekt & Gijzelt is geschreven door iemand die in werk en
kerk te maken heeft met geloof, taal en logica. Het lijkt weleens of dat drie
aparte werelden zijn. De lezer neem ik mee op ontdekkingsreis. Als regel gaat
dat spelenderwijs, maar wat is wijs en wat zijn de spelregels?
Meestal gaan de stukjes als volgt. Ik kom met een woord en
tik dat in bij een Zoekmachine die Bijbelteksten doorspit. Soms vindt de
computer veel en soms helemaal niets of precies één tekst.
Als je ontdekt dat het woord ‘opmerkelijk’ in geen van de
ingeburgerde Bijbelvertalingen voorkomt, dan is dat opmerkelijk. Maar zegt het
ook iets? Opvallend is het, meer waarschijnlijk niet. Dat een woord in geen
enkele vertaling wordt gebruikt, wil nog niet zeggen dat het on-Bijbels is.
Neem ‘vergevingsgezind’: dat kom je nergens tegen. Geen enkele ‘gezindheid’ zul
je vinden in de Statenvertaling, terwijl ‘gezondheid’ niet in de NBG staat.
Dat het woord ‘besnijdenis’ maar één keer in het Oude
Testament wordt aangetroffen, had ik eerlijk gezegd niet verwacht.
Wellicht hebt u de inhoudsopgave al doorgenomen en vroeg u zich af wat u te wachten staat. Dat varieert nogal. We zullen het soms hebben over woorden die nooit in de Bijbel staan terwijl je dat wel zou verwachten. ‘Onfeilbaar’, ‘kip’ en ‘jawoord’ zijn daar voorbeelden van. Er zijn er ook die je in bepaalde vertalingen niet tegenkomt. Dat het woord ‘echt’ nooit wordt aangetroffen in de NBG-vertaling, is iets wat mij verbaasde. De woorden ‘voorzichtigheid’, ‘oogjes’ en ‘opperzangmeester’ worden alleen maar gebruikt in de Statenvertaling. Merkwaardig genoeg staan normale woorden als ‘probleem’ en ‘fout’ alleen in de Nieuwe Bijbelvertaling. Net als ‘medemens’.
De Statenvertaling is door haar respectabele ouderdom soms
verstoken van woorden die behoorlijk alledaags zijn. Zij ontbeert
‘willekeurig’, ‘halverwege’ en ‘alledaags’. Voorwaar heel normale Nederlandse
woorden.
Ach, wat is normaal? Alleen in de NBV zul je ‘normaal’
tegenkomen.
Regelmatig staan we in Zoekt & Gijzelt stil bij woorden die maar op één plaats in de Bijbel staan, soms zelfs maar in één vertaling. ‘Geborgenheid’ en ‘hervormd’ hebben zelfs aanleiding gegeven tot een apart hoofdstuk. Maar een woord als ‘wantrouwen’ kom je ook maar in één Bijbelvers tegen.
‘Aanwijzing’: het leek me een mooi woord om mee te
beginnen, alleen al alfabetisch. Bij het zoeken kwam ik erachter dat het 21
keer voorkomt in de Nieuwe Bijbelvertaling (bijna altijd in het Oude Testament)
en acht keer in de Herziene Statenvertaling (bijna altijd in het Nieuwe
Testament). Heb ik daar iets aan? Kan ik daar iets mee?
Nee.
Nou ja, de eerste poging mag best mislukken, toch?